vrijdag 30 september 2011

Lees verder

Beste bezoeker, vanaf vandaag kun je mijn nieuwe Polaroids van de dag niet meer hier, maar ergens anders vinden. Deze blog is verhuisd, en ondergebracht in mijn nieuwe website. Dus als ik je mag verzoeken… lees verder.

Wil je automatisch op de hoogte blijven van nieuwe blogposts op de website, gebruik dan de RSS Feed.


maandag 26 september 2011

Geest

Overal bevinden zich plekken die leger zijn dan andere, leger dan gewoon leeg, omdat ze ooit voller dan gewoon in gebruik waren. Na een omzwerving door Rotterdam kwamen we uit bij het voormalige zwemparadijs Tropicana, dat nu desolaat langs de Maas staat. Door deze, voor ieder ander doel ogenschijnlijk ongeschikte tempel van vermaak, stroomt nu geen water meer door de glijbanen, de palmen en andere geadopteerde tropische planten zijn dood en het vuil kruipt tegen de ramen op. Alle kindergelach is hier weggestorven.

Zaterdag liepen we langs de Petruskerk in Vught, een gezichtsbepalende, pontificale kerk die ook leeg bleek te staan, en nog geen duidelijke bestemming had. Er gaan al stemmen op voor, onder andere, een culturele bestemming ‘voor alle Vughtenaren’, maar vooralsnog ligt het godshuis, dat overbodig is geworden voor de eredienst, er prachtig verlaten bij. Life after God.

Later die middag waren we in ’s Hertogenbosch en probeerden de zaterdagdrukte een beetje te vermijden. We liepen steegjes in die bij het half verborgen riviertje de Dieze uitkwamen en passeerden, omlopend, ineens het Groot Ziekengasthuis, dat al sinds mei 2010 leeg stond. Deze plek, waar lange tijd, al honderden jaren, geboren, genezen en gestorven was, was vanbinnen ontdaan van vrijwel alle materie. Of de plek ook ontzield was, of de Grote Ziekengeest met een diepe zucht gegeven was, konden we niet achterhalen. Bij het ‘nieuwste’ gedeelte was iedere toegang tot de lege ziekenzalen, operatiekamers, restaurants en wachtruimtes geblokkeerd door de bekende geperforeerde metalen roosters die iedereen buiten hielden. In de oudere gedeeltes waren ondertussen kleinere bureaus van creatieven en kunstenaarsateliers gevestigd. Natuurlijk.

De roep die altijd het eerst klinkt voor deze verlaten gebouwen, is die om een culturele bestemming. Kunst mag de plek van de leegte innemen, of het nu om verstomd tropisch zwemplezier, toewijding aan een God of om het decor voor de levensloop van geboorte, ziekte en dood gaat. En dat is misschien ook wel het beste wat deze plekken kan overkomen. Maar doorgaans kan het alleen bij de gratie van de projectontwikkelaars. Als de markt aantrekt, staan kunst en cultuur vaak weer op straat. Aan het eind is er altijd de leegte. Tot die tijd kan de geest waaien.

zaterdag 24 september 2011

Uit de leeszaal (70)

‘Dagen- en wekenlang breek je je tevergeefs het hoofd, je zou geen antwoord weten op de vraag of je blijft schrijven uit gewoonte of uit geldingsdrang, of omdat je niets anders geleerd hebt, of uit verwondering over het leven, uit waarheidsliefde, uit wanhoop of verontwaardiging, en ook zou je niet kunnen zeggen of je van het schrijven nu wijzer of dwazer wordt. Misschien verliest ieder van ons het overzicht precies in de mate waarin hij voortbouwt aan zijn eigen werk, en misschien hebben we daarom de neiging om de toenemende complexiteit van onze geestesconstructies te verwarren met een vooruitgang in kennis, terwijl we tegelijkertijd wel vermoeden dat we de imponderabilia die onze loopbaan werkelijk bepalen nooit zullen kunnen begrijpen.’
[W.G. Sebald, De ringen van Saturnus, p. 184-185.]

vrijdag 23 september 2011

donderdag 22 september 2011

Mijn identiteit, deel zoveel

Maandag begon ik de week als mogelijk patiënt, maar die dreiging verdween als sneeuw voor de zon. Dinsdag was ik gids langs de geschiedenis en door het verwarrende heden van Rotterdam; leegstand, verloedering en grenzenloze nieuwbouw op een en dezelfde vierkante kilometer. Gisteren speelde ik Floppo de clown en liet ik zien hoe slecht ik jongleren kan (en dat dat grappig is). Vandaag zat ik gewoon weer eens een dag als voorlichter achter een bureau. En vanavond rest er eigenlijk geen energie meer om ook nog schrijver te zijn. Vriend, ja dat had gekund als ik niet op het laatste moment was afgebeld. Krantenlezer dan? Dat dan graag. Coureur op de fiets? Nou vooruit, dan kan ik tenminste ook nog geliefde en medeopvoeder zijn, morgenochtend. Slapende… dat was ik het allerliefste nu al. Want morgen ben ik werkelijk weer patiënt, terug bij mijn nieuwe lijfarts.

dinsdag 20 september 2011

Een ons, of nog minder

Zoals de levensgenieter alcoholist werd omdat hij zijn geluk en succes onderdompelde in alcohol, en op een gegeven ogenblik het monster dat hij zelf had gecreëerd in de afschuw wekkende ogen keek, zo herken ik in mijn eigen geluk om de vrijheid die ik heb, soms ook een afgrond. Dan komt de gedachte op dat ik zomaar uit mijn comfortabele, werkzame bestaan weg zou kunnen glijden, omdat ik eenvoudigweg, ongemerkt, de interesse erin verloren heb. Dan zie ik een patroon in steeds korter wordende werkweken en het daarbinnen steeds langer uitstellen van wat niet direct noodzakelijk is. Dan identificeer ik alles wat ik in de categorieën ‘teambuilding’ en ‘representatie’ doe (en volledig gelegitimeerd, want: mijn werk, is) ineens als spijbelen of luxe, lees: als overbodig. En dan is er ineens de angst, die eigenlijk ook een verlangen is, om na een vakantie… gewoon niet meer terug te keren, om sowieso nergens meer de zogenaamde verplichtingen na te komen. Er eenvoudigweg vandoor te gaan, het liefst in gezinsverband. En dat allemaal om te kunnen doen wat ik het liefste wil en het beste kan: bestemmingen bedenken, rondreizen, rondkijken, praten en schrijven – schrijven tot ik een ons weeg, of nog minder.

zondag 18 september 2011

Groen

Vanmiddag gepresenteerd en... gefietst door iemand anders dan de makers:

vrijdag 16 september 2011

Uit de leeszaal (69)

‘Korzenievski, die na zijn aankomst in Oostende onmiddellijk naar Marguerite Poradovska in Brussel reist, ervaart de hoofdstad van het koninkrijk België met haar steeds bombastischer wordende gebouwen nu als een grafmonument dat zich verheft boven een hecatombe van zwarte lichamen, en hij heeft het gevoel dat de voorbijgangers op straat allemaal het duistere geheim van Kongo in zich dragen. Inderdaad bestaat er in België tot op de huidige dag een bijzonder soort lelijkheid, die door de periode van ongeremde uitbuiting van de Kongolese kolonie is gevormd en zich manifesteert in de macabere sfeer van bepaalde salons en in een opvallende mismaaktheid van de bevolking, zoals je die elders maar zelden aantreft. In elk geval herinner ik mij heel goed dat ik bij mijn eerste bezoek aan Brussel in december 1964 meer gebochelden en gekken ben tegengekomen dan anders in een heel jaar.’
[W.G. Sebald, De ringen van Saturnus, p. 129.]

woensdag 14 september 2011

Buys Ballot

Met goed resultaat heb ik de cursus Algemene Meteorologie afgesloten, aldus het certificaat dat mij gisteren werd toegestuurd. Samen met mijn medecursisten zat ik afgelopen zaterdag de hele dag binnen en spraken we met een meteoroloog over het weer; over hoge en lage drukgebieden, straalstromen, wolkenstraten, condensatie, koude- en warmtefronten, tornado’s en onweer.
Het gezelschap bestond merendeels uit wat oudere heren, die stuk voor stuk al langere tijd ‘iets met het weer’ hadden, wat ook kon betekenen dat het hele gezin moest zwijgen tijdens het weerbericht. Onder de cursisten bevonden zich ook een kerel die verslaafd was aan websites van tornadojagers en een man die heel lang bang was geweest voor onweer, maar wiens angst sinds enkele jaren was omgeslagen in totale fascinatie. Nadat hij het fenomeen dieper had bestudeerd, zocht hij het bliksemen en weerlichten nu juist op, alsof het een noodlottige bestemming betrof.
Sinds zaterdag is het weer het weer even niet meer. Ik categoriseer de wolken en als ik de wind voel, denk ik nu aan de luchtdruklijnen op de kaart waartussen deze onzichtbare kracht verandering meetrekt. Wat ik zie, zijn waarnemingen – vanuit het Observatorium.
Aan het einde van de dag was ik toch vooral onder de indruk van de eenvoud en het belang van de wet van Buys Ballot (oprichter van het KNMI en Sterrenwacht Sonnenborgh, die in het gebouw waar ik drie dagen per week werk, een van zijn eerste laboratoria had): staande met de rug naar de wind, bevindt het lagedrukgebied zich op het noordelijk halfrond links van de waarnemer en het hogedrukgebied rechts van hem.

Eenmaal weer terug in het ‘Centraal Observatorium voor Europa’ zagen we de dag eindigen met een onweer dat zijn weerga niet kende. Zeker tien minuten lang donderde en weerlichtte het onafgebroken, en de regen geselde de straatstenen. Natuurlijk hadden we erover gesproken die dag, maar geen van de deelnemers had het onweer nog verwacht.
Volgens Wikipedia hield Buys Ballot gegevens over blikseminslagen bij, waartussen hij met statistiek een verband trachtte te leggen. Die tabellen werden na zijn dood aangetroffen tussen zijn papieren. Tot een tweede wet kwam het niet.

maandag 12 september 2011

zaterdag 10 september 2011

donderdag 8 september 2011

Verzamelingen

Ongemerkt was ik tijdens het fotograferen verzamelingen gaan aanleggen. Van vogelhuisjes, van kauwgomballenautomaten, van parkbankjes. Alleen als het licht op een bepaalde manier op de parkbankjes viel, alleen als ervoor een vlakke ruimte was, trokken ze mijn aandacht, en beantwoordden ze blijkbaar voldoende aan onuitgesproken criteria om vastgelegd te worden. Bij zo ongeveer elk bankje bleef ik vervolgens even staan om het te beoordelen, in dienst van de verzameling. Het werd eenvoudigweg een lichte dwangneurose.

Op een gegeven moment besloot ik over mijn verschillende fotoseries te gaan schrijven, ook over de bankjes. Ik probeerde te begrijpen waarom ik ze fotografeerde, en te analyseren wat het verband tussen de foto's uit de serie was. Toen ik over de bankjes uitgeschreven was, en de verzameling eigenlijk had samengevat, had ingeblikt, had teruggebracht tot de essentie, was er daarmee eigenlijk nog maar een bank over - en die was prompt dus geen verzameling meer. Ik verloor mijn interesse in de parkbankjes.
Ik ben sowieso niet heel erg geschikt voor verzamelingen. Niet alleen omdat verzamelingen in zekere zin vaak oneindig zijn, maar ook omdat ik in de knoop raak met de regels, uitzonderingen, categorieën en beperkingen van een verzameling. Want wat bijvoorbeeld te doen met een vogelhuisje op een bankje? Hoort die bij de vogelhuisjes of bij de bankjes, of bij allebei?


Zodra zich in de dingen die ik om mij heen verzamel zoiets als een Verzameling manifesteert, begint er onbehagen in mij te knagen. De samenloop der omstandigheden biedt in deze gevallen vaak uitkomst. Dit was bijvoorbeeld het laatste parkbankje dat ik fotografeerde, in Park Middelheim in Antwerpen. Het einde van de verzameling kondigde zich als van nature aan.

woensdag 7 september 2011

zondag 4 september 2011

Reconstructing Marx

Iedere keer als ik zijn naam lees, trekt die in het bijzonder mijn aandacht. Karl Marx. In Londen, een halfjaar geleden, was het bezoeken van zijn graf gewoon een doel. Op andere momenten kruist hij toevalliger mijn pad. In Zaltbommel trof ik hem onlangs. Daar woonde een nicht van hem, en liet hij zich in de winter van 1863-1864 door de 'stadsgeneesheer', haar echtgenoot, voor langere tijd behandelen. Hij is daar nu nog 'gootspook': een van de tientallen bronzen beelden in de dakgoten van het stadje. Ik kwam hem tegen op het vliegveld van Genève, waar ik in een achtergelaten exemplaar van de Neue Zürcher Zeitung de rubriek 'Schach' las, met daarin de, overigens fictieve, schaakpartij tussen Marx en Heinrich Meyer uit 1867 (het bleek eigenlijk om een Engelse schaker te gaan die 'Marks' heette). In Utrecht vond ik tussen de afgedankte boeken van een hoogleraar Isiah Berlins boek over leven en werk van Marx - zodat ik me nu eens echt in de man kan gaan verdiepen.
Ik heb een zwak voor Karl Marx. Hij was een wetenschapper, een stoffige bibliotheekbezoeker, in wiens naam een revolutie werd gestart en die tegenwoordig verguist en beschimpt wordt als een absurdistische anomalie van de geschiedenis. Ik geloof dat wij te weinig van hem weten, dat hij misschien een in wezen verkeerd begrepen genie was, met wiens inzichten anderen aan de haal gegaan zijn. Maar ik weet eigenlijk zelf gewoon weinig van hem af, al blijft hij mijn pad kruisen en voel ik steeds de noodzaak nader kennis te maken. In die zin is er vast leven na de dood. Ik zal eens aan die biografie beginnen.

vrijdag 2 september 2011

Onmisbaarheid

'12 uur slaap en ijlheid - dat moet iets opleveren' schreef M. nadat ik hem had bericht dat ik in merkwaardig lege lucht was ontwaakt, vanuit een diepe griepslaap. Een inzicht, een verhaal? Of is het pathologische romantiek dat ziekte inzicht verschaft? Dit was in ieder geval wat uit mijn kokende brein opborrelde toen ik er nog eens een middagslaap van drie uur aan vast had geplakt:

Eigenlijk ben ik steeds vaker verdwenen. Gisteren en eergisteren omdat ik griep had, vaak omdat ik nauwelijks tijd meer verspil en onderweg of hard aan het werk ben, omdat ik dan weer in het ene dan weer in het andere huis ben, mijn voice-mailberichten zelden beluister, soms een paar dagen de tijd niet heb om mijn e-mails te beantwoorden of iets over mijn status te zeggen op facebook. Kortom: omdat ik slechts aanwezig ben waar ik ben, en niet in virtuele omgevingen, mogelijke werelden. Het is maar wat je 'verdwenen' noemt. Gelukkig beklaagt zich bijna niemand. Ik ben niet onmisbaar.

donderdag 1 september 2011