maandag 30 mei 2011

Uit de leeszaal (62)

‘Mijn gedachten bleven rond Tonio’s geboorte cirkelen – ongetwijfeld door de congruentie van omstandigheden. De onzekere rit naar het ziekenhuis… het tergend nerveuze wachten… Als ik schuldig was aan zijn ongeluk, dan kwam dat in de eerste plaats doordat ik zijn geboorte op mijn geweten had.
Als iemand op dat moment de kamer binnen was gekomen om mij voor te houden dat ik destijds, op 15 juni 1988, willens en wetens de vroedvrouw haar foute route had laten vervolgen, dit om Tonio’s geboorte te saboteren, dan had ik het ook geloofd. Vanaf de dag dat ik een kind wilde, had ik het ook niet gewild. Ergo: door mijn ingekankerde halfslachtigheid was Tonio niet levensvatbaar. Vanmorgen was dat eens te meer gebleken – misschien wel onherroepelijk.’
[A.F.Th. van der Heijden, Tonio, p. 91.]

zondag 29 mei 2011

zaterdag 28 mei 2011

vrijdag 27 mei 2011

Het zogenaamde nietsdoen

Collega 1 vroeg zich af of ik mij wel eens in een klooster opsloot om te schrijven. Ik zei dat ik een dergelijke afzondering nog maar zelden zocht, en vroeg hem hoe hij, als wetenschapper, dat deed. Hij onderstreepte het belang van de gelegenheid om goede ideeën te krijgen. Zo wandelde hij elk dag van het station naar het instituut, omdat hij daarmee de kans op ingevingen vergrootte.
Collega 2 vertelde dat hij iets dergelijks onderweg op de fiets ervoer. Zijn fietstocht was juist lang genoeg om iets uit te kunnen denken.
Ik geef mezelf soms opdrachten mee voor onderweg op de fiets, maar krijg de beste ideeën vaak tijdens het ouderwets vaatwassen met de hand. Tijdens het zogenaamde nietsdoen dus. Dagenlange afzondering of celibaat is niet noodzakelijk. Ik geloof dat het uitvoeren van handelingen die je weliswaar aandachtig, maar toch bijna gedachteloos doet, het mogelijk maakt om daardoor in beslag genomen hersencapaciteit op een andere, creatieve manier ook voor iets anders te gebruiken. Als je lucide dromen hebt, kun je een probleem meenemen in je slaap, en het onderbewust gaan oplossen. Neem een man zijn dagdromen af, en je neemt hem zijn leven af.

donderdag 26 mei 2011

Droomgedicht

Ik droom verzoeningsdromen maar
ook over het platdrukken van een spin
in de holte van mijn oorschelp
en het opvliegen van een wesp
uit de holte van de andere
naar mijn lippen waarop
ik mijzelf van schrik
wakker spuug

woensdag 25 mei 2011

maandag 23 mei 2011

Duizelingwekkend

Van wandelen door bossen en velden krijg ik zin om te gaan lezen en na het lezen verlang ik naar frisse lucht en het strekken van mijn benen. Het zijn communicerende vaten; idealiter in evenwicht. Gisteren daarentegen volgde ik niet veel meer dan een slakje dat een stoepje overstak en o ja, hielp ik ’s avonds nog wel een verdwaald egeltje het huis uit weer naar buiten. Maar daarna ging ik weer verder met het lezen van gedichten tot voor de tweede keer een lichte duizeligheid mij daarbij overviel. Misschien omdat ik er teveel achter elkaar gelezen had, alsof het een roman betrof, en ik misselijk werd van de beeldenstorm van drukinkt en papier. Of zat er een sluipend gif in de verzen? Ik had nog naar buiten moeten gaan, de avondlucht in, en een wandeling moeten maken onder de zich voorbij spoedende wolken, want nu, een dag later, borrelt en gist en stroomt er nog narigheid in mijn gestel.

zondag 22 mei 2011

UIt de leeszaal (61)

'Stuart Chase and others have come near to claiming that all abstract words are meaningless, and have used this as a pretext for advocating a kind of political quietism. Since you don't know what Fascism is, how can you struggle against Fascism? One need not swallow such absurdities as this, but one thought to recognize that the present political chaos is connected with the decay of language, and that one can probably bring about some improvement by starting at the verbal end. (...) Political language - and with variations this is true of all political parties, from Conservatives to Anarchists - is designed to make lies sound truthfull and murder respectable, and to give an appearance of solidity to pure wind.'
[George Orwell, Why I write, p. 120]

vrijdag 20 mei 2011

woensdag 18 mei 2011

Impressies van de duisternis

Zaterdag liep ik met A. door Schiedam, voormalig centrum van de jeneverstokerij in Nederland. Een merkwaardig oord, zo op het eerste gezicht. Klein Rotterdam. Een voorstad die ontsnapt aan de verloedering. Idyllische straatjes, grachtjes, terrasjes en ‘de grootste windmolens van Europa’. Maar ook: leegstaande winkelpanden, vervallen bovenwoningen, oude pakhuizen zonder duidelijke bestemming, etalages ingericht als in de jaren 70 van de vorige eeuw, latente agressie onder de massa die door de straatjes sjokt en tegelijkertijd geruststellende traagheid en vriendelijkheid in de horeca.

We waren er voor de tentoonstelling All about drawing in het lokale Stedelijk Museum, en voor het eerst begreep ik de betekenis die een dergelijk museum voor zijn omgeving kan hebben. Want onderweg door de straten zagen we dat deze voorstad op het punt staat definitief aangeharkt te worden, maar nu nog een mooie, ruwe en cholerische kant heeft die het interessant maakt. Ik ben nieuwsgierig geworden, ik wil terug om een tweede blik op Schiedam te werpen.


Bij All about drawing maakte ik kennis met het werk van Renie Spoelstra. Hoewel de samenstellers van de tentoonstelling daar duidelijk anders over dachten, zijn tekeningen voor mij werken met potlood en houtskool op papier. Door die beperking in mijn opvatting, vielen met name het werk van Spoelstra en natuurlijk dat van Marcel van Eeden bij me in de smaak. Van Van Eeden bekeek ik de dag erna nog wat boeken en ik zag dat hij een echte verhalenverteller is, eigenlijk permanent twee verhalen tegelijk verteld, dubbele signalen afgeeft, een tweesporenbeleid voert, waardoor je langer met hem bezig blijft. Hij mag aan projecten werken, zijn werk bestuderen wordt ook een project voor mij.

Van Spoelstra bekeek ik ook de publicatie Darkness is a place in Schiedam. Daarin zijn, net als bij de tentoonstelling, haar tekeningen van ‘recreatiegebieden’ te zien; non-plekken waar zij prachtige, bijna abstracte zwart-witte beelden van maakt. Die duistere plekken kunnen overal zijn; er kan alles gebeuren, maar het meest waarschijnlijke is dat ze ergens achteraf zijn, en er dingen gebeuren die het daglicht niet kunnen velen. Toch geloof ik zelf niet zozeer dat de duisternis een plek is, veeleer een state of mind, of de stand van een potlood.

We gingen met de familie, en met S. die ondertussen ook opgedoken was, eten aan zee. Donkere wolkenpakken trokken voorbij en het regende soms even langs de Jacobsladders, het was koud. De zeelucht bedwelmde, het staren naar een traag passerend schip zo hoog als een flatgebouw, dat tussen hoofd- en nagerecht ineens volledig uit ons blikveld verdween, was zinsbegoochelend. We vergaten alles.
Bij vertrek vertelde een van de kinderen van A. de tragische geschiedenis van een jongetje dat zichzelf had willen bevrijden uit het perkje van het huisje aan het strand waar kwijtgeraakte kinderen worden verzameld om later opgehaald te worden door hun ouders. Hij had in het zand een tunnel gegraven die hem onder het omheininkje door moest brengen, maar de tunnel was ingestort en hij had het leven gelaten. Een heldendaad met wanhoop tot gevolg.

Toen de schemering inviel, koesterden we ons in de omhulling door de familie, en sliepen niet lang daarna in de warme buik van hun huis. Op het moment dat ik als enige nog wakker lag, dacht ik nog even na over mijn eigen verlangen naar de duisternis, mijn nieuwsgierigheid naar het falen en mislukken, de tragedie, het verlaten en teloorgaan, de verleiding van het gevaar. Mijn fatalisme is opgesloten in een klein kamertje, waar de duisternis misschien toch een plek is, een ‘unsaferoom’. Ik herken het als ik er langs kom of het in het werk van anderen zie, en glimlach. Maar ik ga mijzelf niet bevrijden uit het huis voor de kwijtgeraakte kinderen.

maandag 16 mei 2011

vrijdag 13 mei 2011

Hedendaags reisadvies

Vandaag verschenen, vanmiddag gepresenteerd in het huis van de schrijver: de dichtbundel Hedendaags reisadvies van Peter Drehmanns (De Contrabas, 2011). Er waren gehaktballen van Joep, er was soep van Maan, en vier dichters die van Peter het verzoek hadden gekregen een gedicht te schrijven met dezelfde titel als de bundel, droegen voor. Hedendaags reisadvies… het was een prachtige opdracht.

Na de rituele overhandiging van het eerste exemplaar konden de genodigden vervolgens verder drinken, en eten en praten – over paardrijden in Roemenië, het (natuurlijk!) op uiterlijk selecteren van acteurs voor de toneelschool, het verband tussen schoonheid en intelligentie, de angst voor kinderen, het tellen van woorden tijdens het schrijven, de vergetelheid voor Harry Mulisch en de noodzaak van het hebben van een idee. Zij zijn daar op dit moment vermoedelijk nog steeds mee bezig. Ik liep bij wijze van uitzondering eens wat eerder terug naar huis, met een hoofd vol om elkaar heen zoemende woorden, en met een lijf dat eerder op de dag al door mijn lijfarts tot vermoeienis was gekneed. Op weg naar rust. Vanaf nu.

donderdag 12 mei 2011

Het licht zien

Het baant zich tussen de boomtakken door een weg de tuin binnen, zorgt dat het ‘s nachts gevallen regenwater als een wolkende mist van de bladeren verdampt, en het glijdt over tafel naar binnen. Het is zichtbaar in raadselachtige witte vlakjes op de boeken en de muren, in de weerspiegeling van luxaflex als een stapel knikkers en repen. Het verblindt, het vervreemdt en vervormt in de weerkaatsing op een pannendeksel. Het valt ook over de toetsen van de piano waaraan ik mij gedachteloos speel. Vaak gebruik ik de zwarte toetsen, vandaag kies ik als vanzelf niet voor de schaduw. Het is niet de datum, het zijn niet de hoge temperaturen; het is het kalme ritme van deze vroege ochtend, en het ongeremde enthousiasme van de vogels. En het is vooral het licht dat de zomer aankondigt.

vrijdag 6 mei 2011

Ook goed bezig

Andere vriend, andere bomenschilder, en blijkbaar ook goed bezig:


donderdag 5 mei 2011

De bomen, het bos

Van Jans wand vol getekende bomen, kon iedereen zondag zijn eigen deelcompositie maken, zijn eigen verzameling bomen kiezen, die laten uitsnijden en aanschaffen voor het goede doel. De vorm van het bos ontstond pas in de uitsnedes die eruit werden gemaakt, in alle mogelijke variaties van bomen-deelverzamelingen en afhankelijk van wat de betreffende koper daarin zag, of waarvoor hij bereid was te betalen.

Ik kocht er veertien. Stadsbomen, ogenschijnlijk opgebouwd uit stenen, alsof ze getekend waren door een stedeling die met een hoofd barstensvol gedachten de natuur in was gelopen en bomen had gezien die bijna uit elkaar dreigden te vallen in een Mondriaanse abstractie, in hemelse ideeën of Japanse tekentaal.

woensdag 4 mei 2011

Uit de leeszaal (60)

‘In western thought, space is empty and has to be occupied with matter. Time is empty and must be filled with activity. (…) We like our lives to be carpeted wall to wall. (…)
The Japanese describe empty space as kukan, which comes close to our understanding of it; but they also recognize ma, which is something very different.
There is little in any of the precise Indo-European languages, certainly not in English, to compare with ma. In that syllable is a guarantee of equal rights for the interval, an assurance that empty space and free time have their own value and integrity. Ma is an ability to see and feel space, which is perceived as an area of change, of hue and brightness. It recognizes the huge burden of meaning which is carried by small silences, and the fact that the interval calls for more, rather than less participation, simply because it is incomplete.’
[Lyall Watson, Heaven’s Breath, p. 271.]

dinsdag 3 mei 2011

Broedplaats Proza: wraak

De tweede editie van Broedplaats Proza komt eraan. Op donderdagavond 9 juni is het weer zover in De Cultkelder, Oudegracht a/d Werf 105, Utrecht.

Broedplaats Proza is de plek voor iedereen die meent dat zijn literaire proza van talent getuigt en publicatie verdient. Een driekoppige jury, bestaande uit een uitgever en twee (professionele) schrijvers, beoordeelt live een aantal inzendingen, verschaft nuttig commentaar en geeft tips.

Deelnemers dienen ditmaal een (fictief) verhaal van maximaal 1250 woorden te schrijven rond het thema WRAAK. Deze bijdrage moet vóór 19 mei worden toegezonden aan: broedplaatsproza@gmail.com.

De jury zal vervolgens een selectie maken uit het toegestuurde materiaal. De beste inzendingen worden uiteindelijk op 9 juni besproken, waarbij ook publiek natuurlijk van harte welkom is.

Meer lezen? Zie ook: http://broedplaatsproza.blogspot.com

zondag 1 mei 2011

Mijn nieuwe lijfarts (3)

Het is geen onbekend verschijnsel dat patiënten verliefd worden op hun therapeut, het is ingegeven door de pathologica. Ik zou het niet van mijzelf willen beweren, maar ben me er wel van bewust dat ik ieder woord van mijn nieuwe lijfarts op een schaaltje weeg. Ik stort me op iedere kruimel taal die ze me toewerpt, in de veronderstelling dat er betekenis voor mij en mijn genezingsproces in schuilgaat. Zo verontschuldigde ik me vrijdag voor mijn door nagistende biertjes mogelijk verder verstoorde evenwicht. Daarop zei ze: ‘Nothing better for a hangover than a good adjustment’ en ging haar wrede, maar geneeskrachtige gang. Even later sprak ze over Mark Twain (een van haar favoriete schrijvers) en citeerde een van zijn bekende aforismen: ‘Golf is a good walk spoiled’. Ik vroeg haar naar mogelijk onbekend werk van Twain dat ik zou kunnen ontdekken, maar ze kon niet op titels komen, waardoor mijn afvragen bleef haken aan die laatste quote.