zondag 17 april 2011

Mijn nieuwe lijfarts (1)


Met iedere nieuwe lijfarts die zich aan mijn ruggengraat ging wijden, heb ik in de afgelopen tien jaar steeds hetzelfde gevoel gehad: dit wordt de wonderdokter die me van mijn pijnen en pijntjes af gaat helpen. Het eerste consult verloopt steeds volgens een vergelijkbaar patroon. Ik heb mijn zintuigen volledig opengesperd, niet zozeer uit angst (hoewel dat ook een rol speelt) maar omdat ik het vermoeden heb dat ik op het punt sta een ontdekking te doen. Alsof de ligging van de behandelpraktijk (vlakbij de snelweg, naast een matrassenwinkel), de anonieme entree van het gebouw en de tapijtbekleding van de lift en het feit dat de kantoorruimte naast die van mijn nieuwe lijfarts helemaal leeg staat (en daar dus slechts stroken licht op het kale beton te zien waren) allemaal van betekenis kunnen zijn voor mij. Nadat de arts mij onderzocht heeft, een eerste diagnose formuleert en een behandelplan ontvouwt, begin ik mij enigszins beroerd te voelen. Alsof ik 'down and out' ben. En aangezien ik mijn lichaam soms als een metafoor voor mijn geest beschouw (beter misschien: als pars pro toto), ga ik me vervolgens afvragen wat er in godsnaam met die geest aan de hand is. Mijn eigen onderzoek begint zodra ik de deur van mijn nieuwe lijfarts weer uitloop.