maandag 4 april 2011
Sporen
Terwijl ik zaterdag op het grasveld achter het huis zat te lezen in de zon, woei het stuifmeel uit de coniferen en rochelde en nieste S. junior het slijm uit haar luchtwegen terwijl ze aan het schommelen was. S. senior zaaide met alle aanwezige kinderen plantjes in, en gras. Ik las in de tussentijd over de verspreiding van bacteriën via speeksel, over niesen met de snelheid van het geluid en over de ‘cloud baby’, het kindje dat in een ziekenhuis werd geïdentificeerd als de brandhaard van alle besmettingen aldaar. In eerste instantie deed ik niets; niets anders dan ontvankelijk zijn voor ingevingen en voor de warmte van de zon. Maar ondertussen zat ik in het oog van de alledaagse storm die lente aankondigde. En even later klopte ik een deurmat uit en nieste zelf. Stof. Sporen.