Nu ik weer eens twee weken lang aan het schrijven was, bij mooi weer vaak binnen zat en als de dag voor de meeste mensen nog nauwelijks begonnen was of pas als hij ten einde liep, buiten kwam, leken droom en werkelijkheid soms in elkaar over te lopen. Alles scheen mogelijk te zijn. Bereidde ik een droom voor, of schudde ik er juist een af? Werd ik ’s ochtends nu wakker, of viel ik dan juist in een lucide slaap?