zaterdag 24 september 2011

Uit de leeszaal (70)

‘Dagen- en wekenlang breek je je tevergeefs het hoofd, je zou geen antwoord weten op de vraag of je blijft schrijven uit gewoonte of uit geldingsdrang, of omdat je niets anders geleerd hebt, of uit verwondering over het leven, uit waarheidsliefde, uit wanhoop of verontwaardiging, en ook zou je niet kunnen zeggen of je van het schrijven nu wijzer of dwazer wordt. Misschien verliest ieder van ons het overzicht precies in de mate waarin hij voortbouwt aan zijn eigen werk, en misschien hebben we daarom de neiging om de toenemende complexiteit van onze geestesconstructies te verwarren met een vooruitgang in kennis, terwijl we tegelijkertijd wel vermoeden dat we de imponderabilia die onze loopbaan werkelijk bepalen nooit zullen kunnen begrijpen.’
[W.G. Sebald, De ringen van Saturnus, p. 184-185.]