‘Het is de naam van een Russisch, of nee, Tsjechisch sprookje,’ zei ze, en ging verder naar de andere tafeltjes.
‘Het is de meest gestelde vraag hier,’ zei de man naast ons, ‘en iedere dag krijg je een ander antwoord.’
Dat leek me een prachtig idee, maar ik vertrouwde het niet.
De zinnetjes verdampten, tot aan de volgende bestelling. Ik vroeg het meisje of ze het sprookje kort kon navertellen. Ze glimlachte en schudde ontkennend haar hoofd. Omdat ze zag dat onze buurman zijn boek weer had neergelegd om mee te luisteren, zei ze: ‘Het was iets met een kwelgeest – voor degenen die geen alcoholische dranken drinken.’
Waarna ze ironisch glimlachend met een dienblad vol glazen weer rap naar binnen ging.

Witzli Poetzli zou op een figuur uit Boelgakovs roman De meester en Margarita slaan, en een verbastering zijn van de naam van een Azteekse God, aan wie mensenoffers werden gebracht. Het zal weer geen toeval zijn.