Ik heb altijd een bijzondere verhouding tot boektitels gehad. Ik onthoud ze goed, en lange tijd – zelfs de titels van boeken waarover ik slechts in de krant gelezen heb. Ik verzin ze graag, zonder de aandrang ook direct het boek erbij te maken. En soms vat ik het verhaal dat iemand me vertelt samen in de titel van een boek dat je erover zou kunnen schrijven.
Met enige regelmaat valt mijn oog op de boeken in de kasten achter mijn bank, en ik vraag me af wat ze me zeggen. Achter, of naast het hoofd van het bezoek dat op de bank zit, lees ik dan titel als: For the Relief of Unbearable Urges, Catch-22, De onbehaaglijkheidsfactor, Extreem luid en ongelofelijk dichtbij of Een leven achterstevoren. Hm.
Bij wijze van experiment heb ik overwogen om het verhaal van mijn eigen leven met een krachtige titel te bestempelen, alsof je mijn biografie in enkele woorden zou kunnen samenvatten. Daarbij wilde ik gebruik maken van een bestaand boek, liefst eentje dat ik wel degelijk gelezen had. Dan krijg je zoiets als dit:
Gert: A tale of two cities
Gert: Adventures in Capitalism
Gert: Aantekeningen over de vijand
Gert: Life after God
Gert: Melancholie des Widerstands
of
Gert: I libri degli altri
Ik kwam er niet uit. Gelukkig is er nog lang geen biografie. Ik leef nog.