woensdag 21 oktober 2009

Stilte in mijn gehorige woning

Na het koffiezetapparaat en de televisie, bezweek ook mijn laptop het afgelopen weekend. Had ik al niet naar mijn lichaam geluisterd, dan zou de realiteit zaterdag wel mijn leven binnengemarcheerd zijn. Maar toch. Ik keerde terug in een werkelijkheid die me in eerste instantie schrik aanjoeg. I scare myself. Even was er lichte paniek, angst voor terugkeer van de verbindingsangst. De stilte die zich in mijn doorgaans gehorige woning opende door wat ik niet meer kon zien, kon doen, kon schrijven, verdoofde me een volle dag. Langzaam maar zeker hoorde ik weer geluiden binnendringen uit het heelal dat mijn huizenblok, dat mijn straat, dat mijn stad is. Het leek of de dood, in de gedaante van dorre bladeren, door een koude wind over het trottoir gejaagd werd. Ik keek onder mijn bed of er geen monsters van de rede lagen te slapen, maar zag slechts mijn eigen schaduw – die gelukkig nog altijd korter en langzamer is dan ikzelf. Ik kon me weer concentreren op de tastbare werkelijkheid, en op de dromen die door de vloedgolf van taal en beelden en virtuele vriendschappen bijna waren weggespoeld. Het is geen onverdeeld genoegen, maar dat is de realiteit nu eenmaal niet. Noodgedwongen keerde ik ook weer terug bij een wit vel papier, waarop ik met een vulpen deze woorden schrijf. Dat heeft wel een grote charme. En in deze stilte waarin toch geluid blijkt te bestaan, is mijn slaap nu dieper dan hij lange tijd geweest is.