Nu de rust is weergekeerd, heb ik weer tijd om in de leeszaal plaats te nemen. Het is er stil, iets te stil naar mijn zin. Er zijn geen andere lezers, nu klinkt slechts één keer per twee minuten het ongerijmde geluid van een omgeslagen bladzijde. Ik moet de achterstallige verzoeken om lidmaatschap nog steeds verwerken. Het wordt hoog tijd, ik weet het. Sinds een paar dagen reis ik mee met De begeleider van Peter Drehmanns. Ik achtervolgde de schrijver vorige week, na de presentatie van dit boek, dus hem zie je hier links op de mobiele telefoonfoto.
Lees, bij wijze van proefbezoek aan de zaal, even met me mee:
‘Ik had genoeg wankele klanten meegemaakt, stoere lieden die in het zicht van de haven begonnen te bibberen, terug wilden naar de mensen die hen in de steek hadden gelaten, naar het huis dat ze al hadden verkocht, naar de hond die ze naar het asiel hadden gebracht. Als je ze maar in de auto had, dan was de grootste barrière al genomen. Voorbijglijdend landschap had haast altijd een kalmerende werking. Een passend cd’tje erbij, van tevoren zorgvuldig uitgezocht en afgestemd op het profiel van de klant, deed vaak ook wonderen. Toekomstmuziek. Verzoende hen met wat komen ging, komen moest. Vervolgens in Zürich een zakelijk maar aimabel onderhoud met Max Dürmann, stichter en drijvende kracht van Sententia, en het karwei was geklaard. Wat er daarna gebeurde hield feitelijk alleen nog maar een reeks formaliteiten in. Goedgekeurd worden door dr. Lachs was niets minder dan een weldaad. Niet voor niets noemde Dürmann Sententia een liefdadigheidsinstelling. Freitodbegleitung op maat, een volstrekt risico- en pijnloze beëindiging van een onbeheersbaar geworden leven.’
[Peter Drehmanns, De begeleider, p. 21.]