vrijdag 2 oktober 2009

Televisie

Nu ontspanning noodzaak is, verlang ik naar mijn televisie. Ik heb de afgelopen maanden opgelucht, ja triomfantelijk geroepen dat ik er niet meer naar keek, of hoogstens selectief. Dat was waar, maar toen hij vorige week de geest gaf, overviel me toch een lichte paniek. Ik mag dan nauwelijks meer kijken, daar niet meer voor kunnen kiezen, beviel me ook niet. Een week hield ik het vol, de avonden en stilte in die hoek opvullend met een goed boek, vandaag kocht ik toch maar een nieuwe. Waarmee ik meteen in een reeds bestaande, verwarrende toekomst gekatapulteerd werd. De televisie is door zijn grootte, de voor mij onbegrijpelijke handleidingen en de problematiek met de hogere kwaliteit van ontvangst, ineens veel meer aanwezig dan hij ooit is geweest. De zoveelste nare maar ware paradox van deze week. Eigenlijk vind ik dat de plek van de televisie in mijn bestaan zo ongeveer de omvang zou moeten hebben van een youtube filmpje op een blog, en dan iets moet vertonen dat kwaliteit heeft. Zoals hier en nu; de slotscène van de film die ik toch nog steeds een van de beste van allemaal vind: