‘Toen keek Boris Jeltsin Amalfitano nieuwsgierig aan, alsof Amalfitano degene was die zijn droom was binnengedrongen en niet hij de droom van Amalfitano. En hij zei: luister goed naar mijn woorden, kameraad. Ik zal je uitleggen wat de derde poot van de menselijke tafel is. Ik zal het je uitleggen. En laat me daarna met rust. Het leven is vraag en aanbod, of aanbod en vraag, alles beperkt zich daartoe, maar op die manier kan een mens niet leven. Er is een derde poot nodig om te voorkomen dat de tafel het begeeft en op de vuilnisbelten van de geschiedenis belandt, die op haar beurt voortdurend op de vuilnisbelten van de leegte belandt. Dus prent het u goed in. Dit is de vergelijking: aanbod + vraag + magie. En wat is magie? Magie is epiek en ook seks en dionyische nevel en spel. En toen ging Jeltsin op de krater of de latrine zitten en liet Amalfitano zien welke vingers hij miste en praatte met hem over zijn jeugd in de Oeral en over Siberië en over een witte tijger die over de eindeloze besneeuwde vlakten dwaalde. En daarna haalde hij een zakflacon met wodka uit zijn jaszak en zei: ‘ik geloof dat het tijd is voor een slokje.’ En nadat hij had gedronken en de arme Chileense professor had aangekeken met de kwaadaardige blik van een jager, hervatte hij zijn zang, zo mogelijk nog krachtiger. En daarna verdween hij, opgeslokt door de rooddooraderde krater of door de rooddooraderde latrine en Amalfitano bleef alleen achter en durfde niet in het gat te kijken, waardoor er voor hem niets anders opzat dan wakker te worden.’
[Roberto Bolaño, 2666, p. 273.]