donderdag 8 april 2010

De vertraging

Terwijl ik voor mijn gevoel steeds fitter van lijf en frisser van geest begin te worden, terwijl de lente komt en terwijl ik gelukkig ben, lijkt mij toch wat te ontgaan. Zo kan ik soms slechts met de grootste moeite navertellen wat ik op een dag precies gedaan heb. Het enige dat me te binnen schieten wil, zijn de dingen die ik had willen doen, maar waar ik niet aan toegekomen ben. Dat kan natuurlijk aan mijn haperende geheugen liggen, maar ik geloof dat er iets anders aan de hand is. Terwijl ik geniet van de zon, terwijl ik geniet van de zonnigheid in mijn bestaan en terwijl heel weinig me meer echt dwars zit of voor problemen stelt, komt er ook weinig uit mijn handen. Ik flaneer door de stad als een aristocratische fat; een lethargische, ironische, slechts etende, drinkende, vrijende, rondkijkende en lezende consument die geld aan het opmaken is. Zo ken ik mezelf niet. Deze rust moet bedrieglijk zijn. Het kan niet anders of er zijn processen aan het werk die zich aan mijn bewustzijn onttrekken. In mijn diepste diepten scant een programma waarschijnlijk alle items af, op zoek naar virussen en spionnen die door de verdedigingsmuur gedrongen zijn. Ik kan het me goed voorstellen, maar kan alleen de vertraging constateren. Ik kan er met mijn gedachten niet bij. Misschien is dat wel goed zo.