dinsdag 2 augustus 2011

Egodocument

In tegenstelling tot het verkeerde boek, heb ik me de afgelopen anderhalve week ondergedompeld in het juiste boek, het ‘muzikaal egodocument’ Mecano van Dirk Polak. Dat was nog eens andere koek dan die vermaledijde Franzen. Niet dat Polak zo’n geweldige schrijver is, maar ik heb een zwak voor deze sympathieke figuur, al sinds ik zijn plaat Wonder van de liefde kocht, nu zo’n vijf, zes jaar geleden. Dat hij een goeie muzikant is, is zeker, maar of Dirk Polak als persoon nu een melodramatisch figuur is, een klassieke bohémien, een romanticus (dat zeker) of een narcist met een smakelijk verhaal, ik weet het nog steeds niet. Zijn ‘autobiografie tot op heden’ vond ik echter een meeslepende geschiedenis. Hij heeft dan ook echt wat te vertellen. Maar niet alleen zijn eigen geschiedenis komt voorbij, ook die van de cultgroep Mecano, en een flink aantal andere Nederlandse kunstenaars en muzikanten van zijn generatie.



Mecano is een eigenaardig boek. Het leest soms als een gortdroge verzameling uitgewerkte aantekeningen, waarin hoofdzaken en bijzaken de hele tijd door elkaar lopen. Dan weer schrijft Polak in ronduit lyrische bewoordingen (meestal over zonsopgangen in de vrije natuur) en is hij morsig met de taal, dan weer drukt hij zich uit in volkomen vage beschouwingen (over het huidige tijdsgewricht) en zitten de zinnen met houtje-touwtje constructies aan elkaar. De inzet van een redacteur is ook bij uitgeverij Lebowski schijnbaar teveel luxe, of misschien zat het ego van Polak dergelijk ingrijpen in de weg. Maar hoe eigenaardig Mecano ook is ook, het leest als de spreekwoordelijke trein.
Als muziekgeschiedenis is het boek in ieder geval absoluut het lezen waard, en het staat garant voor een vermakelijke, inspirerende avond surfen door Youtube clips van post punk en new wave bandjes uit de jaren tachtig van de vorige eeuw.
Het rijmde bovendien heel goed met mijn eigen werkzaamheden aan het begin van de week; ook ik was bezig om uit oude dagboekbladzijden een verhaal te destilleren dat een plaats krijgt in een boek, zij het dat het mijne een werk van fictie wordt.
Misschien herken ik iets, of beter gezegd: wil ik iets in Polak herkennen. Misschien voel ik ook wel een zekere jaloezie over zijn manier van leven, al maakt hij zelf ook wel duidelijk dat zijn romantische inborst, zijn pathetische, heftige temperament en zijn zucht naar verslaving ook wel degelijk een keerzijde hebben. Maar het is fijn meezwelgen met de betere kroegverteller die Polak is.



Blijft de vraag naar de zin en onzin van een dergelijke ‘autobiografie’. Daarover schreef ik al eerder. Het is ronduit onzinnig om te doen als je 23 bent (ik zag deze week ook Anton Corbijns Control over Ian Curtis, die op zijn 23e zelfmoord pleegde, rond de hoogtijdagen van Mecano, en dat levensverhaal is ook onaf). Maar slaat het wel ergens op als je 55 bent, zoals Polak? Eerder misschien, maar hij leeft en werkt nog altijd. En dan is er nog die kwestie van het zelf vertellen van je levensverhaal. Wie zegt ons dat hij de waarheid niet enorm naar zijn hand zet met dit boek? ‘Egodocument’ is dan ook een uitstekend gekozen aanduiding van het genre.