woensdag 3 augustus 2011

Mind the gap, please (3)

Om te schuilen voor de steeds heviger neerkomende regen, zwalkte ik vanochtend binnen bij Witzli-Poetzli. Opgewekte zigeunergitaarmuziek van Django Reinhardt klonk uit het bijna verlaten café en lokt me binnen. Daar zaten de drie aanwezigen allemaal te lezen: een meisje met een zwarte pony, die later het barmeisje bleek te zijn, zat bij de deur over de krant gebogen met haar hoofd in haar handpalm, aan de bar een man in leren jas die fotografietijdschriften doornam en aan de andere kant van de deur, bij het raam, een kalende koffiedrinker, ook met een krant in zijn handen. Even later herken ik hem als E. ‘de schaker’, waarmee ik twintig jaar geleden zo nu en dan wel eens een biertje dronk in Utrecht. Hij zou toen naar Antwerpen verhuizen, en misschien heeft hij dat gedaan. Of, net als ik, uiteindelijk toch maar niet, en komt hij hier, net als ik, desondanks nog steeds heel graag, ook in Witzli-Poetzli. Hij herkende mij niet.
Ik bestelde koffie, en ging aan het raam naar buiten zitten kijken, in de hoop dat de ergste bui over zou trekken voordat ik de bodem van mijn kop bereikt had. Iedereen zweeg in Witzli-Poetzli, ook het meisje dat later nog binnenkwam. Toch kreeg ook zij koffie. Als het niet ophield met regenen, zou ik er doorheen gaan, besloot ik; in een recht lijn huiswaarts, tenzij iemand mij tussentijds afdrogen wilde. En ineens dacht ik weer aan haar, aan wij, en aan slapen in Londen. Mind the gap, please.