‘Ik ben heel bang,’ zei ze. ‘Soms kan ik helemaal niet meer nadenken van angst.’ (…)
‘Ik ben niet in de positie om geweldige adviezen te geven,’ zei hij. ‘Maar wanneer ik niet meer weet wat me te doen staat, is er altijd een regel waar ik me aan houd.’
‘Een regel?’
‘Als je moet kiezen tussen iets wat een vorm heeft en iets wat geen vorm heeft, kies dan voor datgene wat geen vorm heeft. Dat is mijn regel. Wanneer ik vastloop, hou ik me altijd aan die regel, en dat heeft op de lange termijn altijd goede resultaten opgeleverd. Ook al was het op dat moment lastig.’
‘Heb je die regel zelf bedacht?’
‘Ja,’ zei hij tegen het dashboard van de Peugeot. ‘Op grond van ervaring.’
[Haruki Murakami, uit ‘Een toevalsreiziger’, in: Binde wilg, slapende vrouw, p. 285.]