Ik keek op mijn telefoon om te zien welke foto’s ik er gisteren mee had gemaakt. Eigenlijk was het ook een speuren naar mijn geheugen: wat zag ik, waar was ik? Na vertrek bij de vrijdagmiddagborrel werd ik onverwacht uitgenodigd op een vrijdagavondborrel bij een lokale modeprins. Voor zijn huis staan regelmatig mensen nieuwsgierig naar binnen te kijken, omdat het nogal bijzonder is. De ironie is dat het huis zelf geheel gebouwd lijkt om juist naar buiten te kijken. Ik was overal en nergens geweest met mijn gedachten, maar wat zag ik toen? Ik zag binnen ook buiten, zo blijkt nu. En ik zag een blauwe gloed in een huis aan de overkant van het water, waar de bewoners geen televisie en geen behang hadden, maar televisie bij wijze van behang. En ik was wat ik zag.