woensdag 3 juni 2009

Hora est

Schijnbaar was de verdediging van een proefschrift ooit echt een strijd, waarin ook het publiek zich mengen mocht en de paranimfen zwaarden droegen om de promovendus te beschermen indien deze lijfelijk werd bedreigd. Die tijden zijn voorbij, en het fysieke gevecht is opgegaan in woorden, rituelen en symbolen. Maar zoals bekend kunnen woorden ook dodelijk zijn en de aanval en verdediging waarvan ik vanochtend getuige was, voelden aan als een kleine oorlog. Wetenschap mag dan een woordenstrijd zijn, waarin het lijkt te gaan om redelijkheid en argumenten, maar persoonlijk eergevoel en het bewaken van gevestigde posities spelen zeker ook een belangrijke rol. Iedere nieuwlichter is een potentieel gevaar, en dient op zijn minst op de proef te worden gesteld, zeker ten overstaan van publiek dat uit ‘aanhangers’ bestaat. Het werd M. dan ook niet makkelijk gemaakt vanochtend, maar het werk was natuurlijk al gedaan, en goedgekeurd. Hij kon gelukkig rustig blijven. Hij had keuzes gemaakt, zoals dat hoort, en die keuzes werden door de opponenten betwist. Waarom had hij voor perspectief A gekozen en niet voor B, C of D? Het had allemaal gekund, maar het was niet zo. Zo eenvoudig was dat. En hij zei het ook. Ik had de opponenten wel willen vragen of ze perspectief E tot en met Z niet uit het oog waren verloren, of wat we hier nu eigenlijk in godsnaam aan het doen waren, maar het publiek moest helaas zwijgen. Tot het tijd was. En de wetenschap? De wetenschap kent geen einde.