zaterdag 30 januari 2010

Ik ben, denk ik

Van A naar B, naar C, D en E loop ik nogal veel de laatste weken, omdat ik op het moment niet fietsen mag en veel bewegen moet. Ik ga van bushaltes naar bestemmingen en bezigheden, en zoek eenmaal daar aangekomen ook regelmatig naar beweegredenen. Tijdens mijn wandelingetjes ontwikkelen zich dan gedachten met de lengte van een aforisme, zij het zelden met de stilistische kwaliteit van dien. Ik werp nulhypothesen over mijzelf en anderen op, ontwikkel voorstellen voor een nieuwe identiteit, en check als het ware mijn status. Permanent, en zodra ik lopen ga. Hoe gaat het? Wat voel ik? Wat vind ik? Wat ga ik doen? Is er nog pijn, ergens? Steeds opnieuw vind ik mezelf weer even uit, misschien wel net zolang tot er herhaling optreedt, ik constanten zie, of op herhaalbaarheid stuit. Wetenschap van de wandelaar. Toch weet ik dat weten pas een begin is – of juist het einde. In de tussentijd ben ik, denk ik – in alle tegenvoetigheid.