Voor een getallenatheïst is het uitzonderlijk om van cijfers te dromen. Toch werd ik vrijdagnacht wakker uit een slaapstuip met de getallen 3, 4 en 5 in mijn hoofd, en van die drie het sterkste de 4. Een paar uur later zat ik bij mijn lijfarts, die bij de analyse van mijn aanhoudende rugklachten onder andere naar het L-4 gewricht wees.
Parallellen, lijnen, verbindingen, samenlopen van omstandigheden, noem het wat je wilt en noem me wat je wilt. Het achterneefje van Carducci, een Vata (volgens de ayurvedische geneeskundige typologie) of een hond (in de Chinese astrologie). Ik zoek naar vergelijkingen, speur in de metaforen, de gelijkenissen die voor sommige mensen een overtuiging zijn. Voor mij was iedere levensbeschouwing tot nu toe een gelegenheidsmetafoor, maar de prijs die ik betaal voor genezing is misschien wel die van mijn geloof. Ik wil begrijpen wat er aan de hand is, en ga daar ver in, misschien wel tot aan de overtuiging. Ik zit geregeld op handen en voeten in de woonkamer mijn Chinese astrologietypering na te doen, zeg minutenlang ie-oe ie-oe ie-oe en giet wonderolie door mijn toetje – die tot mijn verrassing werkelijk blijkt te bestaan. Ik wil gewoon alles doen om verlost te worden van de pijn op L-4 en omstreken. En ondertussen vul ik mezelf met de onrustige ballast van al die parallelle werelden, terwijl rust waarschijnlijk de enige echte geneeskracht is. Ik weet het wel.