Kerstkaarten, bankafschriften, rekeningen, bonnetjes van de afgelopen vier maanden, aantekeningen, halve teksten, facturen, offertes, projectplannen, schetsen voor websites… Ik heb gisteren de hele middag aan het opruimen ervan besteed. Niet eens zozeer vanwege de bende in mijn huis, als wel om grip te krijgen op waar ik allemaal mee bezig ben. Ik archiveerde, gooide weg, maakte nieuwe stapeltjes en categoriseerde. Ondertussen besefte ik dat ik het eigenlijk allemaal nog wel wist. Het opruimen was eerder een afleidingsmanoeuvre of een meditatief proces, een opbergen in mijn onderbewustzijn op zijn best. Dat ik tegelijkertijd op vijf borden schaak en vier sporen spoor, dat wist ik al, en ik houd ervan. Maar soms wil ik schaken op het spoor en spoort mijn schaken niet meer, en dan is het tijd voor ordening en systematiek. Op dat soort momenten irriteert, ondanks alle vreugde over het opruimen, wel de categorie ‘varia’; de categorie niet te ordenen zaken die een (zeer kleine) categorie op zich vormen – en daarmee de gehele categorisering feitelijk ondergraven: uitgescheurde krantenartikelen over de meest uiteenlopende onderwerpen, snippers over nieuwe boeken, tentoonstellingen, tochten, cd’s, films, wachtwoorden en activeringscodes, webadressen en boodschappenlijstjes, enzovoort. Laat ik die categorie dan maar beschouwen als de kleine portie gif die nodig is om deze systeemdwang te overleven.