donderdag 13 januari 2011

Freud en Londen

Sigmund Freud kwam in 1938 naar Londen om er een jaar later, naar eigen zeggen, ‘in vrijheid te sterven’. Freud was op de vlucht voor de Jodenvervolging in Oostenrijk, en verhuisde geholpen door rijke en invloedrijke vrienden naar Hampstead. Zijn gezin verhuisde mee, alsmede zijn boeken, zijn verzameling Egyptische, Aziatische en Griekse beeldjes en zijn beroemde sofa. Die kun je nog altijd bekijken, want zijn huis op 20 Maresfield Gardens is sinds 1986 als een museum ingericht. We kwamen er op zondag terecht na een kleine omzwerving door de wijk, langs het voormalige woonhuis van Aldous Huxley en het kerkhof, en we liepen er lichtelijk verbaasd doorheen. De sofa, die sinds Freud spreekwoordelijk voor de psychoanalytische praktijk geworden is, is het ‘topstuk’ van het museum, en bleek in nog meer opzichten metaforisch voor de musealisering van Freuds nagedachtenis.

In een van de achterkamers, vlak voor de museumshop, was een tafel opgesteld, met daarop een display over de betekenis van objecten in de verschillende fasen van een mensenleven. In de afgelopen weken was daarnaast aan bezoekers gevraagd op kaartjes te schrijven aan welk object zij buitengewoon gehecht waren (vooral mobiele telefoons, zo bleek). Deze kaartjes waren vervolgens in de kerstboom op de overloop naar de eerste etage gehangen en leesbaar voor de andere bezoekers.
We bevonden ons in een psychologisch spel met de materie, in het Freudmuseum. Misschien was het wel de duistere ironie van de geschiedenis. Freuds huis in Hampstead bevatte slechts objecten. Natuurlijk had hij er gelezen, geschreven en patiënten behandeld, maar hij had er slechts kort echt geleefd. Ik kreeg dan ook het gevoel dat zijn geest elders moest huizen. In Wenen bijvoorbeeld, in Berggasse nummer 19, waar hij meer dan 40 jaar gewoond en gewerkt had en waar… ook een Freudmuseum is ingericht.
De wachtkamer staat in Wenen, de behandelkamer in Londen. De betekenis hiervan is complex en veelzijdig, en stof voor een boek.