In de lokale kwaliteitsboekwinkel hield S. de kleine essaybundel Why I write van Orwell omhoog en ik trof in de woorden van het gelijkgetitelde essay mijn gedroomde voorganger terug van wie ik die donkerbruine herfstromans echter toch het mooist bleef vinden.
Onbegrijpelijkerwijs is er maar in een enkele reisgids iets te vinden over Orwell en Hampstead. Je kunt je natuurlijk met recht afvragen wat de betekenis voor een mensenleven is van een verblijf van een of twee jaar op een bepaalde plek, al helemaal in het geval van Orwell, maar goed. Hij krijgt nu in ieder geval nauwelijks een gezicht in Hampstead. Sterker nog: zijn gebeeldhouwde profiel was ogenschijnlijk als in een kleine beeldenstorm van de plaquette verdwenen die ter nagedachtenis op de gevel van de voormalige boekhandel is aangebracht.
Ik merk dat Orwell plotseling weer helemaal aanwezig is in mijn denken, misschien ook wel omdat de onderstroom van zijn werk naadloos aansloot op de onderstroom van onze omzwervingen door Londen. Londen, Engeland – het land van de remmende voorsprong.

