De hele ochtend en middag had ik last van hoofdpijn. Geen bonken, geen steken, maar zoiets als een ballon die van binnen tegen mijn schedel geblazen werd. Het rusteloos rationele grondpersoneel liep de checklist af. Had ik die biertjes tijdens het optreden van Roosbeef gisteravond in de buitenlucht niet moeten drinken? Dreigde ik ziek te worden? Was het vermoeidheid? Teken van twijfel over de beslissingen die ik genomen heb, of juist symptoom van ontspanning, van het loslaten van het lood in mijn gedachten?
Sommige verklaringen van het onverklaarbare spreken tot de verbeelding, ook al verklaren ze niet echt iets. Nog niet zo lang geleden zei ik, toen nog bij wijze van grappig bedoelde hypothese, dat ik in tune met de luchtdruk was. Mijn geestesgesteldheid leek bij lage druk kalm en opgeruimd en ik zweefde luchtig door de dagen, terwijl bij hoge druk en dito luchtvochtigheid een onrustig gevoel van beklemming bezit van mij leek te nemen en het was alsof ik angstzweet over mijn slapen voelde kruipen.
Het onvoorstelbaar hevige onweer, de rukwinden en slagregens van maandagnacht leken een ommekeer te betekenen, niet alleen in het weer, en ik keek tussen de gordijnen gefascineerd naar deze bijna onophoudelijke botsing van warme en koude lucht. Maar de drukkende atmosfeer keerde vandaag weer terug en ik vermoed dan ook dat het precies die atmosferische omstandigheid is, die mijn hoofdpijn heeft opgewekt. Het voelde als de gehoorverdovende druk in een vliegtuig dat nog niet mag landen en, steeds langzamer, lange ellipsen draait in de nabijheid van de luchthaven van bestemming.