Twee ochtenden op rij werd ik wakker met een liedje van Antony and the Johnsons in mijn hoofd. Echo van een droom, door daglicht onderbroken. Na wat oefeningen in tai chi en een poging tot meditatie, zette ik de muziek ook daadwerkelijk op, om de dag mee te beginnen in alle zonovergoten of regenoverspoelde rust. Daarna sneden het pianospel en de stem van Antony recht door mijn ziel, direct naar de zwakke plek – en begon het deze ochtenden ook binnen te regenen.
Ik zag hem laatst in de documentaire over Leonard Cohen, I’m your man, tijdens een optreden in een tribute concert voor Cohen. Hij zong If it be your will, en ging met zijn hele, schuchter en onhandig overkomende lijf dat noch een vrouw noch een man is, op een prachtige manier op in zijn stem, zijn voice from outer space die door een klein brievenbusje naar buiten lijkt te komen. Hij is een onvoorstelbaar fenomeen, een menselijk wezen dat een stem draagt; Antony gaat alle dagelijkse begrippen te boven. Misschien raakte hij me juist daarom precies daar waar het pijn doet.