zaterdag 15 augustus 2009

Uit de leeszaal (17)

‘De straten van deze stad hebben geen naam. Er is wel een geschreven adres, maar dat heeft alleen de waarde van een postcode. Het refereert aan een kadaster (met volstrekt willekeurig ingedeelde wijken en blokken), (…). Tokyo herinnert ons eraan dat een rationeel systeem maar een van de mogelijke is. Voor een beheersing van de werkelijkheid (in dit geval die van de adressen) is het voldoende dat er een systeem is, het geeft niet welk, al was het een schijnbaar onlogisch, nodeloos ingewikkeld en merkwaardig onregelmatig systeem: een goed improvisatie kan niet alleen, zoals bekend, heel lang stand houden maar blijkbaar ook miljoenen inwoners tevreden stellen, ongeacht het feit dat zij alle perfecties van de technologische beschaving gewend zijn.
(…)
Deze stad kan alleen gekend worden door een soort antropologisch onderzoek: je moet er niet met een boek of een adres de weg vinden maar met lopen, kijken, ervaren, wennen; elke ontdekking is even intens als broos, je zult iets slechts kunnen terugvinden door je het spoor dat het in je achterliet te herinneren: een plaats voor de eerste keer bezoeken is die plaats beginnen te schrijven: aangezien het adres niet geschreven staat, moet het wel zijn eigen schrift stichten.’
[Roland Barthes, ‘Zonder adressen’, in: Het rijk van de tekens, p. 39-44]