Precies een week geleden zat ik op een bank in de openluchtbioscoop van Friedrichshain en zag Metropolis, de filmklassieker van Fritz Lang uit 1927. De film werd live aan de piano begeleid door Jürgen Kurz, die zich onder een rode partytent op bijzonder creatieve wijze van zijn taak kweet.
Kijken naar Metropolis was niet eens zozeer archeologie van de toekomst, als wel een vermakelijke herinnering aan de eenvoud van het socialisme, die voor Lang schijnbaar hand in hand ging met Rudolf Steiners filosofie van de noodzakelijke verbinding van hoofd, hart en handen. Wat nu vooral telt is echter dat ik, met het klamme zweet onder de oksels, probeer me weer in die avond in te leven, omdat ik het toen tegen middernacht langzaam maar zeker echt koud kreeg in mijn overhemd.