‘Windstilte, zegt Bezemer, is één van de vreselijkste dingen voor een solozeiler. (…) Je kunt nog zo ervaren zijn, als je drie dagen geen wind hebt gehad, zit je wel te janken. Ik ook. Ik ken een geval van een jongen die zo lang bleef dobberen voor een eiland, dat hij op het laatst zijn boot in brand stak – om gered te worden. Uiteindelijk kwam hij tot bezinning en heeft hij het vuur zelf weer gedoofd.’ (…) Maar het gebeurt regelmatig dat solozeilers niet terugkeren. Daar hoor je niet veel over, maar er wordt niet veel over gepraat. Een boot komt gewoon niet meer aan.’ (…)
‘Ik ken weinig mensen die nooit ziek zijn geweest tijdens een storm,’ zegt solo- en wedstrijdzeiler Hans Bouscholte, ‘en het wordt verergerd door stress. Het kan zo erg zijn dat je jezelf dood wenst. Dat heb ik ook wel gehad. Er zijn voorbeelden van solozeilers die dat niet aan hebben gekund en overboord zijn gestapt. Als je het kunt delen met een ander, is het minder erg. Maar in je eentje voel je je op zo’n moment diep en diep ellendig.’ Volgens Bouscholte kan zeeziekte een dag tot een paar dagen duren. ‘Als je tussendoor steeds aan land gaat, en dat doet Laura, heb je er vaker last van.’
[Maud Effting, ‘Alleen om de wereld’ in: de Volkskrant, 22 augustus 2009]