vrijdag 26 maart 2010
Groeten uit Haarlem
Omdat ik voor mijn gevoel alleen thuis was om te slapen deze week, begon ik meer te begrijpen van de muzikanten met wie ik sprak. Wanneer je op tournee bent en vrijwel iedere dag van land of stad wisselt, en van verschrikkelijk hotel langs de snelweg naar verschrikkelijk hotel onder aanvliegroutes naar het vliegveld gaat, dan ga je zelfs op je schaarse vrije dagen nog weer andere mensen en andere steden bezoeken. Maniakaal op zoek naar iets dat indruk maakt, wanhopig op zoek naar verbinding met de plek waar je zou moeten zijn en schijnbaar bent. Of je duikt de mist van een verdoving in. Kwetsbaarheid en openheid vreten je op , doen je verdwijnen in de straten en hotels en bars en in de anderen omdat er altijd wel iemand is die iets van je wil. En dan verdwaal je. In de import- en exportbusiness van indrukken, mensen en ideeën kun je bijna niet anders dan een geharnaste identiteit ontwikkelen, al is het maar voor jezelf, uit lijfsbehoud. Gisteravond werd het me weer duidelijk dat het dan zaak is je op tijd weer op te sluiten, af te sluiten en te verdwijnen in jezelf, waar die dan ook woont. Om je harnas in het zoutzuur te kunnen leggen, wat echt beter is. Ik zag de muzikanten het zweet van de opluchting uit hun poriën spelen. Het was de laatste avond van hun tweeweekse reis door Nederland en België: morgen eindelijk naar huis… En namens hen doe ik dan ook maar de groeten, uit Haarlem.