Een dag vol met ideeën, en allemaal hielden ze verband met de fotografie. Zo maakte ik vanmiddag met L. de voorbereidingen van een fotothemaweekend In het kader van Brugge. Mede naar aanleiding van korte verhalen van mijn hand gaan wij met fotografen in die stad aan de slag met de verbeelding.
Negentiende-eeuwse foto’s werden mij aangereikt als inspiratiebron.
‘Ik ben hier maar tijdelijk, ik ben grijs, doorzichtig, alsof ik net ben aangekomen, of op het punt sta om te verdwijnen. Hij staat er daarentegen bij als een standbeeld. Wijdbeens, met bolhoed en wandelstok, alsof hij ervoor betaald wordt om de hele dag naar de Belfort toren te kijken. Trots, standvastig, de sluitertijd overlevend. Ik spreek even met hem, maar ik ben onderweg, dus ik zal wel niet in beeld komen. Een veeg teken blijven. Ik heb ook het gevoel dat hij dwars door me heen kijkt, alsof ik er helemaal niet ben. (…)
Misschien moet ik meebewegen. Of misschien moet ik juist stilstaan, zodat ik meer licht opvang. Langer op dezelfde plek wachten en mijn ogen openhouden. Misschien zie ik dan pas wat de man met de bolhoed ziet. Of moet ik niet op dit plein zijn, maar op het station, waar tenslotte nog altijd beweging is. Misschien slaag ik er dan wel even in in het hier en nu te zijn, waar alle tijd tegelijk is, waar stilstand en beweging naast elkaar bestaan, zoals leven en dood dat doen. In een momentopname. Vlak voordat we samen weer verder reizen met het licht, de toekomst achterna.’