zaterdag 13 maart 2010

Op ooghoogte

Ik ben eraan gewend geraakt naar de grond te kijken als ik over straat loop, misschien omdat ik dan beter kan nadenken. Dan zie ik soms verloren voorwerpen, die gevonden voorwerpen worden zodra ik ze opraap. Een oorbel of, zoals vanochtend, een briefje:

Even verderop besloot ik maar op te houden met denken voor vandaag. Ik kon ook gewoon voor me uit kijken. Misschien zou ik de dingen zelfs beter zien, en toch niet hoeven struikelen. Op ooghoogte.

Omhoog kijken kon natuurlijk ook – maar toen begon het te regenen.