De vragen die ik mezelf stel over mijn identiteit kennen geen einde, al was het maar omdat die identiteit voor een groot deel bestaat in de relatie met de anderen. Het vraag- en antwoordspel is niet altijd een genoegen, en lange tijd lijk ik me beziggehouden te hebben een duidelijk onderscheid aan te brengen tussen mijzelf en die anderen. Nu ik een tijdje gespeeld heb met de gedachte aan het andere uiterste, dat van het conformisme, kan ik waarschijnlijk echt 'geïdentificeerd' gaan worden.
Enkele weken geleden zat ik bij de kapper in de stoel. Het was rustig, en ik werd meteen geholpen. Vlak na mij kwamen er steeds meer heren binnen en mijn kapper belde een collega voor extra handen aan de schaar: 'We zitten ineens met een hoop binnenlopers.' Daarmee doelde hij ook op mij; ik was ook een van de klanten die zich zonder afspraak aandienden. De identificatie als binnenloper beviel me goed, en opende in al zijn oppervlakkigheid een luikje naar diepere inzichten. Binnenlopen zonder afspraak... Het zette ook een nieuw spelletje in gang, want mijn hart opende zich bij de gedachte dat ik iemand zou kunnen zijn die ineens kan verschijnen en... verdwijnen.