donderdag 23 juli 2009

Kiez

Een van de nieuwe woorden die ik de afgelopen weken heb geleerd, is ‘Kiez’. Een Kiez is een aanduiding van het gebied waar je in de stad woont, zoiets als je wijk of je buurt, maar dan net een beetje anders. De grens van een Kiez (meestal aangeduid als ‘mijn Kiez’) staat ook niet vast, is misschien zelfs wel flexibel, veranderlijk met de tijd. Het is zoiets als een biotoop. Dus niet ‘Kreuzberg’, ‘Mitte’ of ‘Prenzlauerberg’ maar een kleiner gebied binnen de stad waarmee je je verbonden voelt. Een straat of vijf tot acht misschien. Als dorpsjongen op de vlucht, met een fascinatie voor taal en voor de grote stad, ben ik verliefd geworden op het woord Kiez. Ik onderzoek zijn betekenis in de dagelijkse realiteit en mijn gevoel erbij; ik verken de grenzen en vraag me ook af hoe groot een Kiez ooit zou kunnen worden.

Voor mijn begrip worden mij dagelijks ideeën aangereikt. In een artikeltje over stand-up comedians lees ik: ‘Dem Berliner sein Kiez birgt meistens ein pralles Leben mit allen Schrulligkeiten dieser Welt’ (De Kiez van de Berlijner biedt meestal een vol bestaan, met alle grillen van deze wereld.) En onwillekeurig moet ik weer even aan Walter Benjamin denken. In een artikel over Bar 25, een van de legendarische bars langs de oever van de Spree, die moet wijken voor een megalomaan vastgoedproject, schrijft Jan Joswig een prachtige typering van locaties als deze Spreeufer gemeenschappen, en geeft wat mij betreft ook een mooie omschrijving van een Kiez: ‘Eine Großstad macht vor allem Sinn, weil so viele Menschen zusammenkommen, dass man kleine Dörfer mit ganz spezieller Bevölkerung bilden kann.’
Ik ben hier natuurlijk tijdelijk, dus van een echte Kiez kan geen sprake zijn. Mijn leven hier is anoniem en versplinterd, en ik bind mij hier nauwelijks. Alleen in bar La Tazza weten ze ondertussen dat ik ’s ochtends een dubbele espresso wil. Ik zou mijn Kiez dan ook niet kunnen beschrijven, maar hem misschien wel kunnen schetsen, in de geest van de letterpatronen die het Stillman personage in Paul Austers Broze stad door de straten van New York loopt. Het zal een vorm met verre uitschieters zijn; een sterrenstelsel, met denkbeeldige lijnen tussen de puntjes. Mijn Kiez is vooralsnog fictie, een verhaaltje.